Hosea 4:6, daarom zal ik jouw kinderen verwaarlozen
Hosea 4:6 Mijn volk komt om doordat het met mij niet vertrouwd is. Jij (priester) wilde het niet met mij vertrouwd maken, daarom wil ik niets meer met jou te maken hebben: je zult mij niet meer als priester dienen. Jij hebt de wet van je God verwaarloosd. Daarop volgt: daarom zal ik jouw kinderen verwaarlozen. De vertaling 51, de Naardense Bijbel en de ‘korte Vertaling’ hebben vergeten In de lijn van de geslachten heeft het priesterschap verlenging. Het werk van priesters bestaat uit o.a. de wet te bewaren en onderwijs te geven. Maar in Hosea’s dagen hebben ze met hun opdracht een loopje genomen. Dan luidt bij zo’n priesterhouding dat ze uit hun ambt verstoten worden. Als vanzelfsprekend kan er zo geen opvolging zijn en worden hun zonen niet meer tot priester geroepen. Of zo uitgedrukt: God gaat ze vergeten (Hij gaat ze voorbij) Dat is de straf voor elke priester die aan zijn ambt ontrouw wordt, zijn zonen worden er de dupe van. Maar evenals het tweede gebod (NBV) ondanks Ezechiël 18:20 voor de schuld van de ouders de kinderen laat boeten, lijkt het hier er ook weer op dat de kinderen van de ontrouwe priesters gestraft worden met verwaarlozing. In het tweede gebod, en ook hier weer, spreekt de Here de ouders aan en waarschuwt hen , wijzend op de gevolgen die de kinderen daarvan zullen ondergaan. Ook hebben in beide gevallen die kinderen bij het opgroeien hun eigen verantwoordelijkheid, maar dat is een andere zaak.