Waar blijven de ontijdig geborenen?
In een discussie tussen jongelui over abortus werd heel wat overhoop gehaald De volgende vraag o.a. kwam daarbij naar voren: Wat gebeurt er met de ziel van de geaborteerde vrucht?
Dezelfde vraag kan door voorstanders van abortus ook wel eens sarcastisch gesteld worden. Toch is het ook dan nodig dat we een schriftuurlijk antwoord proberen te geven. Waarom hebben wij ons allen zo fel gekant tegen abortus provocatus? Toch alleen omdat wij geloven, dat de vrucht in de moederschoot niet een klompje slijm of iets dergelijks is, maar een schepsel van God? ’ ‘Uw handen hebben mij gemaakt en gevormd geheel en volledig’ * (Job 10 : 8). Zo mag onder ons elke moeder nog maar net in verwachting, weten dat ze een kind van het verbond bij zich mag dragen. Ze zal dan ook alles in het werk stellen dat prille leven te beschermen door zich goed te voeden en giftige stoffen (nicotine!) ver van zich te houden. En toch kan het zomaar gebeuren, dat daar plotseling die grote teleurstellingkomt: een miskraam. De vrucht verdwijnt; een begrafenis komt er niet aan te pas en men is geneigd te zeggen: alle moeite voor niets! En toch, dat is geen gelovig spreken. Als nu eens een meisje van de kerk in zonde valt, waardoor ze in verwachting raakt, en als die verwachting uitloopt op een miskraam, is er dan sprake van een verbondskind? Aan ed beantwoording van zo’n vraag kunnen we nauwelijks toekomen, omdat we de handen vol hebben van onze eigen zondeschuld. Maar zelf van genade levend, mogen we er over meedenken. Zo’n meisje valt in een zonde die grote gevolgen met zich meebrengt. Maar als ze een kind van de Here is, zal ze niet in die zonde volharden en vergeving vragen aan haar hemelse Vader, die rijk is aan barmhartigheid. Dan is ook de vrucht die in haar was gaan leven, door God als eigendom aangenomen. Op zijn beloften kunnen we aan! Een vraag die wel volgen moest was deze: wat te zeggen van de te vroeg ter wereld gekomenen van vrouwen die zich uit louter egoisme of om andere ver- keerde oorzaken lieten aborteren? In diepe ernst moeten wij zeggen dat er geen beloften zijn voor het ter dood gebrachte zaad van vrouwen, die zich om God noch zijn gebod bekommeren. Al is de Here vrij te doen wat Hem behaagt. En als er onder hen die zich laten aborteren, vrouwen zijn, die zeggen dat ze in God geloven, dan wordt van ons niet anders gevraagd dan het oordeel over hen en hun vrucht aan de Here over te laten. Mag ik besluiten met iets weer te geven van wat prof. dr. K. Schilder schreef in zijn boek Wat is de hemel? Op blz. 218 gaat het over het `grote avondmaal`: de bruiloft van het Lam. Hij zegt dan: “De duizenden kinderen Gods, die in de tijd vanwege krankzinnigheid, idiotisme ( nu: mensen met een beperking) zielsziekte van het genieten van het sacrament, gelijk ook van het horen van het Woord waren uitgesloten, ontwakenaan de andere zijde van de grens van dood en graf als mondige leden vanChristus’ lichaam, genezen door de grote Herder der schapen. En ook kinderen zoekt men er tevergeefs. Kinderen zijn er niet. Hier in onze wereld is er nog geboorte, groei, wasdom, maar… in de hemel ontbreekt de mogelijkheid van wordend leven. Allen ontwaken daar als rijpe leden van Christus kerk; de kinderen, die God in hun prille jeugd als Zijn kinderen heeft gekend, van vóór de grondlegging der wereld, ook. Alles staat in volle bloei. Men weent er niet meer om om bloemen in de knop gebroken en vóór den uchtend van haar bloei vergaan! Deze riikdom doet ons verlangend uitzien…”