1 Petrus 3:19 - Naar de geesten gegaan

In de Nieuwe Bijbelvertaling klinkt 1 Petrus 3:19 als volgt: ,,Hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen.’’

De vertaling van 1951 luidt: ,,In welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis.’’

En dan de Naardense Bijbel: ,,In kracht daarvan is hij heengegaan en heeft hij ook gepredikt tot de geesten in de gevangenis.’’

Petrus spreekt de lezers van zijn brief hier aan zich in te zetten voor het goede en daarbij niet bang te zijn en zich door niets te laten verwarren. Daarbij wijst hij op Christus, die als rechtvaardige voor de zonden van de onrechtvaardigen geleden heeft. Daarna opgestaan is, levend gemaakt naar de geest, en zo opgevaren is. Of, zoals in de vertaling van 1951 staat: heengegaan is. Ook de Naardense Bijbelvertaling zegt het met deze woorden.

Met dat heengaan, die hemelvaart, heeft Christus een publieke daad gesteld en zo zijn onze overwinning bekendgemaakt: wereldnieuws! Of: Christus zelf heeft na de opstanding publiek zijn overwinning geproclameerd en wel via de hemelvaart (zie ook P.H.R. van Houwelingen, Commentaar Nieuwe Testament). Dat drong ook door tot de geesten, zielen, in de gevangenis, waar satan zijn plaats heeft. Daarbij worden genoemd de gestorven gelovigen uit Noachs tijd.

En wat zegt nu de Nieuwe Bijbelvertaling? Christus is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen. Pas in vers 22 gaat het in deze vertaling over de hemelvaart. Vers 19 laat ons in deze vertaling ten onrechte geloven dat Christus daarvóór ‘en passant’ de ‘hel’ heeft bezocht.

Helemaal vreemd is deze gedachte niet. De kerk van de Middeleeuwen zei dat de Here na zijn sterven met zijn ziel, die van zijn lichaam losgesleurd was, de hel bezocht zou hebben om daar zijn heerlijke overwinning op de zonde te demonstreren. Want daar, zo zei men, wachtten de doden, zoals Abraham, Izaäk… David, Hanna enzovoort. Christus moest immers eerst hun zonden verzoend hebben, dan pas, zo vond de kerk uit die tijd, was er voor hen plaats in de hemel.

Dat werd de geloofsinhoud van de zin ‘nedergehaald in de hel’ uit de apostolische geloofsbelijdenis. Ze wilden er niet van weten dat de Zoon echt door God uitgestoten moest worden. Dat was té erg.

Op een bepaalde manier vind je die zienswijze terug in de Nieuwe Catechismus van de Rooms-Katholieke Kerk. Op bladzijde 204 gaat het over Christus’ verlatenheid aan het kruis. En wat lees je daarover alleen maar: ,,De atomosfeer toont de tekenen van de eindtijd: duisternis in de middag.’’

Mijn conclusie: 1 Petrus 3:19 vraagt om een betere vertaling.

(januari 2009 – J. Wiskerke-van Dooren)