Artikelen
Prinsjesdag
Prinsjes dag
De Koningsdag, 28 april, de verjaardag van Willem Alexander gaat aan de kerkdienst, die daarop volgt, niet voorbij. Het Wilhelmus wordt gezongen. De grond daarvoor zal voortvloeien uit het onderwijs dat de catechismus geeft bij het vijfde gebod: “ liefde en trouw bewijzen aan hen die over ons zijn gesteld.”
Met Prinsjesdag, de derde dinsdag in september, kunnen we de toespraak van de koning horen waarmee de nieuwe zitting van de wetgevende vergadering geopend wordt. De Staten Generaal
Een voorstel: zou het niet belijdenisgetrouw kunnen zijn als in de kerkdienst die erop volgt artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis gelezen wordt met aansluitend gebed.
Artikel 36:
De taak van de overheid
Wij geloven dat onze goede God om de verdorvenheid van het menselijk geslacht geboden heeft, dat er koningen, vorsten en overheden zullen zijn. Hij wil namelijk dat de wereld geregeerd wordt door wetten en staatsregelingen, zodat de ongebondenheid van de mensen bedwongen wordt en alles in goede orde onder hen toegaat. Hiervoor heeft Hij de overheid het zwaard in handen gegeven tot bestraffing van de slechte en bescherming van de goede mensen ( Rom.13:4). Haar taak is niet alleen zorg dragen voor de openbare orde en daarover te waken, maar ook de heilige dienst van de kerk te beschermen, en te bevorderen dat het koninkrijk van Jezus Christus komt en Woord van het evangelie overal gepredikt wordt, zodat God door ieder geëerd en gediend wordt, zoals Hij in zijn Woord gebiedt.
Verder is ieder, welke positie hij ook heeft , verplicht zich aan de overheid te onderwerpen, belasting te betalen, haar eer en eerbied te bewijzen, haar gehoorzaak te zijn in alles wat niet in strijd is met Gods Woord, en voor haar te bidden dat de Here haar bestuurt op al haar wegen, zodat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid (1Tim. 2:1,2)
Waarop de gemeente zingt, het 14e vers van het Wilhelmus: (Liedboek: lied 411: 14)
Oorlof mijn arme schapen
Die zijt in grote nood,
Uw herder zal niet slapen,
Al zijt gij nu verstrooid!
Tot God wilt u begeven!
Zijn heilzaam woord neemt aan!
Als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan