HET TALENWONDER EN DE VROUWELIJKE DOMINEE

HET TALENWONDER EN DE VROUWELIJKE DOMINEE Handelingen 2, 6 N.B.V. Toen het geluid weerklonk dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder der apostelen ….en dan komt er : En de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Die onderstreepte toevoeging deed me enkele andere vertalingen ernaast leggen. En wat bleek ? Nergens was die zinsnede te vinden. Omdat de Naardense Bijbel die ook niet aangaf, heeft het in de grondtaal ook niet gestaan. Die toevoeging is ook niet te vinden in vertalingen die bij onze mensen in gebruik zijn. Ik ben er bijna van overtuigd dat die zinsnede aanleiding is geworden, niet alleen tot misverstanden, meer nog tot verkeerde uitleg van Gods Woord. Getuige allerlei bijdragen in de pers rond Pinksteren, die moeten aangeven wat de Pinkstergeest op velerlei gebied bij personen en groepen weet op te leveren. Handelingen 2, 6 geeft dus aan dat ieder de apostelen in zijn eigen taal hoorde spreken. Terug naar het Pinkstergebeuren. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden, geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten en allen werden vervuld van de Heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen zoals hun door de Geest werd ingegeven. Ieder van hen sprak dus een vreemde taal die hun daarvoor onbekend was. Al fantaserend zie ik die vele bezoekers op het tempelplein wel een apostel vinden die hun taal sprak. Zo kwam tot iedereen de rijke boodschap van het evangelie. Het zal wel even een zoeken zijn geweest. De talen hier genoemd zullen wel in een twaalftal aan te wijzen zijn, de verwante inbegrepen. Dat het spreken in vreemde talen alleen betrekking had op de discipelen zal dan aangetoond moeten worden uit de Schrift zelf. Hier volgen in willekeurige volgorde zonder volledig te zijn een aantal Bijbelplaatsen, waarvan naar onze mening, genoeg bewijs aangereikt wordt. A. Handelingen 2, 7 zegt : Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken ! Dat kun je toch alleen maar concluderen als het een overzichtelijke groep betreft. B. Als spotters zeggen : Ze zullen wel dronken zijn ( vers 33 ) komt Petrus als woordvoerder van de twaalf. Hij spreekt de menigte toe. Wij zijn niet dronken. De profeet Joël heeft dit al aangekondigd. Jezus heeft na zijn hemelvaart van de Vader de Heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft Hij op ons doen neerdalen en dat is wat u ziet en hoort. C. Nu laten we volgen enkele gesprekken die de Heiland voerde o.a. met zijn discipelen tussen opstanding en hemelvaart, met steeds weer : Blijf in het huis waarin jullie je intrek hebben genomen wachten op de uitstorting van de Heilige Geest, met verschillende bewoordingen aangegeven. Nog voor zijn opstanding, op weg naar Getsemane zegt Mattheus 26, 32 : Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt zal ik jullie voorgaan naar Galilea. Even verder in hoofdstuk 28 : Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze Mij zien. In Lucas 24 loopt dit alles uit op het hoogtepunt waarbij de apostelen inzicht ontvangen in datgene wat van hen verwacht gaat worden. Vers 24 geeft aan dat Jezus na zijn opstanding bij zijn discipelen binnenkwam. Verbijsterd van angst meenden ze een geestverschijning te zien. Maar het pakte anders uit. Hij zei tegen hen : Toen Ik nog bij jullie was heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan. Daarop maakte Hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Hij zei tegen hen : Er staat geschreven dat de Messias zal lijden en sterven. Maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood en dat in Zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen opdat hun zonden worden vergeven. En nu wordt voor hen in het uitzicht gesteld het ambt van de bediening van de verzoening. Jullie zult hiervan getuigenis afleggen te beginnen in Jeruzalem. Dan klinkt opnieuw. Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed in dat vaker genoemde huis. De plek voor het aanstaande Pinkstergebeuren. Gehoorzaam keerden de apostelen naar Jeruzalem terug. Duidelijk blijkt dat de Heiland met zijn voorbereidingen het doel heeft bereikt. Hoe dikwijls hebben de discipelen niet moeten horen dat het eens aangewezen woonvertrek hun verblijfplaats moest blijven. Want daar zal het hun beloofde Pinkstergebeuren plaatsvinden. Wat nu volgt moet nog aandacht krijgen. Bij Christus hemelvaart hoorden de discipelen zich door de engelen aangesproken worden met Galilese mannen, zoals de grondtaal aangeeft. Opvolgers van de oudtestamentische priesters, ook mannen die met de offerdienst, ook verzoening door het Lam Gods mochten uitdelen. En om alle misverstand te vermijden wordt het twaalftal voor het grote gebeuren met namen genoemd. Toen dan ook de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar ! In het formulier voor de bevestiging van predikanten lezen we dat aanvankelijk de taak van de dienaren des Woords verzorgd werd door de apostelen, zoals we eerder zagen. Maar nu vervuld wordt door dienaren des Woords. Zij hebben nu de bediening van de verzoening ontvangen. Nu heeft de synode van Meppel ( 2017 ) het besluit genomen dat naast diaken en ouderling ook vrouwen, het ambt van predikant mogen bekleden. Er wordt dan verwezen naar Mirjam en Debora. En dat in het Nieuwe Testament sprake is van profetessen. Maar, deze vrouwen hebben toch niet de Geest van Pinksteren ontvangen ! Maar de vrucht, de heiligmaking van de Geest van Pinksteren ; Joëls profetie ! Dat moet toch elk kind van de Here zich uit dank door Christus verlost te zijn, eigen maken ! Maar predikanten hebben het ambt van de bediening van de verzoening, waarom hun dan ook de handen opgelegd krijgen. En zoals we hier voor zagen is die goddelijke opdracht mannen ten deel gevallen.